Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Saul nu zeide tot zijn oom: Hij heeft ons [29]voorzeker te kennen gegeven, dat de ezelinnen gevonden waren; maar de zaak des koninkrijks, waarvan Samuel gezegd had, [30]gaf hij hem niet te kennen. 29. Hebreeuws, te kennen gevende, te kennen gegeven. 30. Het schijnt dat Samuel hem zulks verboden had; en opdat het te geheimer blijven zou, had Samuel gezegd dat Saul zijn jongen zou doen vertrekken, hfdst.9 vs.27.